De lijdenstijd lijkt wel de christelijke versie van nieuwjaarsvoornemens. Minderen met media, geen chocola, elke dag een hoofdstuk uit de Bijbel lezen of vleesloze dagen. En voor mensen die zo verwend zijn als wij, is dat nog best afzien.
Maar dat is natuurlijk ook de bedoeling. Want elke keer als we ‘nee’ zeggen tegen iets dat we graag willen, dan herinnert dat ons aan het lijden van Jezus. Hoe hij ‘nee’ zei tegen alle heerlijkheid die hij had en het lijden omarmde. Voor ons.
Het kan ons ook helpen om te denken aan het lijden van christenen voor wie geloven echt afzien is. Soms als mijn kinderen mopperen dat we een lang stuk lezen aan tafel, dan herinner ik ze eraan dat er christenen zijn die hun leven op het spel zetten om een Bijbel te krijgen. Daar moet ik mezelf ook wel eens aan herinneren. Want wij geestelijke sneeuwvlokjes zien het soms als ‘lijden’ om erin te lezen, omdat we liever op dat moment iets anders doen.
Bij Jezus bleef het niet bij het ‘nee’ zeggen tegen dagelijkse pleziertjes. Het lijden kwam tot een climax van angst en eenzaamheid toen Hij alleen bad in de hof. Hij hoopte dat zijn vrienden wakker zouden blijven, maar ze vielen in slaap. Het excuus staat zelfs in de Bijbel ‘hun ogen waren zwaar’. Mee-lijden is moeilijk, als je het lijden zelf niet ervaart. Want dan komen je eigen behoeften direct op de voorgrond. Slaap, eten, even relaxen op je telefoon, allemaal legitieme behoeften. Ze nemen ons ongemerkt in beslag, tenzij we verzet bieden en ‘nee’ zeggen. En kiezen om het lijden van iemand anders te omarmen.
Ook nu zijn overal op deze wereld broeders en zusters die lijden omwille van Jezus. Ze hebben ‘nee’ gezegd tegen de wereld. En daar betalen ze de prijs voor. Is er iemand die ‘wakker’ wil blijven voor hen? Die ‘nee’ kan zeggen tegen een legitieme behoefte, zodat ze niet alleen zijn in hun strijd? Wat kunnen we opgeven om hen te versterken?
Maar lijden is niet een doel op zich. Jezus nam het kruis op zich vanwege de ‘vreugde die voor Hem lag’ (Heb. 12:2). Vervolgde Christenen dragen het lijden omdat ze weten dat het niet opweegt tegen de heerlijkheid die hen wacht (Rom 8:18). En wij mogen Jezus leren kennen door de gemeenschap aan Zijn lijden, zodat we ook mogen delen in de kracht van zijn opstanding (Fil 3:8-11). We kunnen ‘nee’ zeggen tegen iets goeds omdat we geloven in iets beters dat komen gaat. Dat is de belijdenis van de kerk.
Filippenzen 3: 8-11
Om zijnentwil heb ik dit alles prijsgegeven en houd het voor vuilnis, opdat ik Christus moge winnen, en in Hem moge blijken niet een eigen gerechtigheid, uit de wet, te bezitten, maar de gerechtigheid door het geloof in Christus, welke uit God is op de grond van het geloof. (Dit alles) om Hem te kennen en de kracht zijner opstanding en de gemeenschap aan zijn lijden, of ik, aan zijn dood gelijkvormig wordende, zou mogen komen tot de opstanding uit de doden.