Als je voor Syrië bidt is het belangrijk dat je tenminste van een familie iets weet; de al-Assad familie.
De al-Assad familie regeert Syrië sinds 1971, dus al bijna 50 jaar. Zij behoren tot de Alawieten. Dit is een stroming binnen Islam verwant aan de Sjiitische Islam, zoals dat in Iran gepraktiseerd wordt. Ongeveer 10% van de bevolking in Syrië behoort tot de Alawieten.
Net als de Sjiieten, geloven de Alawieten dat de religieuze autoriteit binnen Islam overgaat op de afstammelingen van Mohammed, en zij stemmen dus niet voor leiders, zoals de Soennitische Moslims.
Omdat veel gebruiken en ideeën van de Alawieten niet door andere Moslims geaccepteerd worden (ze drinken bijvoorbeeld wijn, houden de spijswetten niet en geloven in een vorm van reïncarnatie), praktiseren zij hun godsdienst vaak in het geheim. Ze hebben geen eigen moskeeën, al gaan ze soms wel naar met name Sjiitische gebedshuizen.
Alawieten hebben ook ideeën van plaatselijke christenen en Zoroastrische bevolking geleend.Zo belijden een vorm van incarnatie, vieren ze het Zoroastrische nieuwe jaar en het Christelijke Kerstfeest en Palmpasen. Ze hebben ook een eigen drie-eenheid en verwachten een messiaanse wederkomst.
De Alawieten hebben veel vervolging gekend door Soenni moslims, die hen vaak als ongelovigen beschouwden, of als halve christenen. Mede daarom is het al-Assad regime zeer op hun hoede als het erop lijkt dat de Soenni’s de macht willen overnemen. Daarom heeft de as-Assadfamilie machtsposities in het land voornamelijk aan andere Alawieten gegeven.
De Alawietische opvattingen kunnen op sommige punten een brug vormen naar het Christelijk geloof, net als de apostel Paulus op de Areopagus de plaatselijke religieuze opvattingen als springplank gebruikte voor het verkondigen van het evangelie. Zou het kunnen dat God door de eeuwen heen deze groep al heeft voorbereid om zijn waarheid te begrijpen?
Gebedspunt
Bid dat de Alawieten van Syrië de kans krijgen om het evangelie te horen, en dat hun harten ervoor open mogen gaan.
Bijbelvers
En Paulus, voor de Areopagus staande, zeide: Mannen van Athene, ik zie voor mijn ogen, dat gij in elk opzicht buitengewoon ontzag voor godheden hebt; want toen ik door uw stad liep en de voorwerpen uwer verering aanschouwde, heb ik ook een altaar gevonden met het opschrift: Aan een onbekende god. Wat gij dan, zonder het te kennen, vereert, dat verkondig ik u.
Handelingen 17:22-23